Pedagogische aanpak

We hebben ambities en we hebben onderling afspraken gemaakt rondom ons pedagogisch handelen in onze klas. Hierbij staan de basisbehoeften van kinderen in hun ontwikkeling centraal en het modelgedrag van de leerkracht:

Basisbehoefte relatie: Ik mag er zijn en voel me welkom en geaccepteerd.

Om dit te realiseren is er afgesproken dat de leerkracht:

• een kalme en respectvolle toon hanteert naar de kinderen, ouders en collega's
• een ontspannen houding heeft en af en toe grapjes maakt
• regelmatig even kort met een kind spreekt.
• dagelijks observeert om aansluiting te vinden bij datgene wat in de groep leeft
• de achtergrond van elke leerling voldoende  kent (samenstelling gezin, hobby's, interesses, problemen die effect hebben op functioneren etc.)
• dagelijks een "tussendoortje": een gezamenlijke activiteit voor plezier en ontspanning doet
• aandacht geeft aan de kinderen tijdens het buiten spelen, het samen spelen stimuleert,  goed gedrag positief bevestigt en ongewenst gedrag direct benoemt en corrigeert

Basisbehoefte competentie: Ik kan het (zelf), ik heb vertrouwen in mijn eigen kunnen

Om dit te realiseren is er afgesproken dat de leerkracht:

• kinderen leert te reflecteren op hun eigen werkhouding en prestaties
• kinderen helpt bij het benoemen van hun gevoelens.
• helpt de kinderen conflicten zelf op te lossen en daar ook mee oefent
• alle lessen uit “Goed Gedaan” behandelt en daarmee samen met de kinderen de sociale en emotionele competenties leert, herhaalt en oefent
• de eerste 6 weken van elk schooljaar extra inzet op groepsvorming: Grip op de groep
• GIP-rondes loopt langs alle kinderen om ze goed te laten starten en ze positieve feedback geeft (krul in schrift, opmerking, schouderklopje, een dikke duimmedaille, soms een aansporing etc.)
• positief gedrag bevestigt en benoemt en direct negatief gedrag benoemt en corrigeert
• zo vaak als mogelijk lessen nabespreekt
• regelmatig de school- en klassenafspraken bespreekt en oefent met de kinderen en de kinderen leert elkaar op gedrag aan te spreken

Basisbehoefte autonomie: Ik doe het zelf, ik vind zelf oplossingen en ik maak keuzes

Om dit te realiseren is er afgesproken dat een leerkracht:

• de kinderen leert dat ze zich niet altijd tot de leerkracht hoeven te richten. Raadpleeg elkaar en neem zelfstandig beslissingen
• de kinderen leert dat ze verantwoordelijk zijn voor elkaar, ze daar waar het mogelijk is elkaar helpen en uitleg geven
• het coöperatief leren stimuleert
• de kinderen regelmatig laat  samenwerken en daarvoor uitdagende en uitnodigende werkvormen aanbiedt. Om dat mogelijk te maken zitten de kinderen meestal in groepjes in de klas
• zelfstandig werk aanbiedt op het niveau van de groep en van het kind. Dat werk plant het kind of het groepje kinderen in een opgegeven/afgesproken tijd
• kinderen de verantwoordelijkheid geeft over een aantal taken (veegdienst, lief en leed, uitdeelbeurten, fruitdienst, etc.)
• structuur en voorspelbaarheid geeft door de dag met de kinderen door te nemen en zichtbaar te maken (dagprogramma of dagritmekaarten)
• zorgt dat er actueel werk in de klas hangt

Werkwijze

GIP model

Didactische aanpak

Gedragsverwachtingen

Meerkunners / smarties